Steeds meer lokale slachthuizen sluiten de deuren

Eind juli ging het laatste schapenslachthuis van de provincie Antwerpen dicht. De sluiting van lokale slachthuizen wordt stilaan een trend en maakt het lokaal slachten van schapen, geiten, varkens of pluimvee voor de korte keten in bepaalde regio’s almaar moeilijker. Structurele oplossingen voor lokale slachtinfrastructuur dringen zich dus op.

Geen lokaal vlees zonder nabije slachtinfrastructuur

Elke week meer dan honderd kilometer moeten rijden om hun dieren te laten slachten, het is voor steeds meer landbouwers de realiteit. Naar verwachting zullen in de toekomst nog meer kleinschalige slachthuizen de deuren sluiten. Alternatieven worden dan ook volop bestudeerd en aanpassingen aan de wetgeving, die bijvoorbeeld het mobiel slachten van kleine loten mogelijk maken, worden onderzocht. In afwachting is voor landbouwers uit bepaalde delen van ons land de korte keten niet zo kort meer als voorheen.

Naar Frans voorbeeld?

In Frankrijk heeft de minister van Landbouw een ‘nationaal slachthuisplan’ opgezet. Een gedurfde keuze, want het slachten van dieren ligt vandaag gevoelig bij de publieke opinie. Met dit plan kiest Frankrijk ervoor om volop te investeren in de lokale slachtinfrastructuur en in de controle op het slachten.

Investeren in de korte keten

In ons land werd enkele maanden geleden het politieke engagement aangegaan om initiatieven rond de korte keten beter te ondersteunen. Een structurele oplossing voor het in stand houden van lokale slachthuizen mag daarbij niet ontbreken, aldus Bart Thoelen van Steunpunt Korte Keten in een opiniestuk.

Bron: vilt.be